kunnen alleen optimaal ontplooid worden als dit ten koste gaat van voorgaande generaties. In de loop van de generaties zal het kwaliteitsaspect binnen de onderneming een steeds meer omvattende rol gaan spelen. Wij zullen dit generatie model toepassen op het kwaliteitssysteem van DSM dat te vinden is in bijlage A. De zorg voor kwaliteit is in generatie 1 de controle van het eindproduct op het afleverpunt7. Deze generatie is DSM met hun kwaliteitssysteem al lang gepasseerd. De inspectie zoals die gebeurt in generatie 1, vindt achteraf plaats waardoor alle kosten zijn gemaakt, de inspanningen geleverd en het terug draaien van onvolkomenheden zal uitermate complex zijn7. Bij generatie 2 wordt bij elk afleverpunt in het proces een controle uitgevoerd en moeten de producten voldoen aan de gestelde normen. Op deze manier ontstaat er een procesbeheersing, omdat iedereen in het proces afhankelijk is van zijn interne toeleverancier8. Zoals eerder beschreven in dit hoofdstuk is dit al ruime tijd het geval bij DSM. In generatie 3 streeft men naar een totale, interne, organisatorische klantgerichtheid. De ondersteunende afdelingen zoals marketing, P/O en financieel worden nu ook gezien als toeleveranciers van het primaire proces. Op deze manier gaat het kwaliteitsmanagement als technisch vraagstuk naar een organisatorisch vraagstuk7. Generatie 3 is een fase, die DSM als hoogwaardig chemisch concern ontgroeit is en het blijkt dat de ondersteunende afdelingen bij DSM, al enige jaren een grote rol spelen in het kwaliteitssysteem. Dit is niet te vinden in bijlage A, maar dit is dan ook een kwaliteitssysteem van een aparte marktsector, waar bewust alleen het primaire proces staat beschreven. In generatie 4 is het, het management dat de verantwoordelijkheid draagt voor een adequate zorg voor kwaliteit7. Er moet hier wel in ogenschouw worden genomen dat de veranderingen in de voorgaande generaties gewoon blijven bestaan. Dus in generatie 4 wordt het prima...